TEXTUUR&STRUCTUUR
Elk object heeft een oppervlak dat je kunt voelen. Wanneer we het hebben over het voelen van dat oppervlak dan noemen we dit de TEXTUUR van een object. Wanneer we het hebben over hoe het oppervlakte eruit ziet hebben we het over de STRUCTUUR. Soms heeft een object een andere structuur dan de textuur.
Bekijk de afbeeldingen hieronder maar eens. Je ziet op de eerste afbeelding dat de zebra een structuur van strepen heeft, maar deze strepen kan je niet voelen. Wanneer je de zebra aait voel je de harige textuur.
Op de middelste afbeelding zie je de structuur op de voet van een mug. Je kan de textuur bijna voelen al zal dat je nooit lukken.
Op de laatste afbeelding zie je een sculptuur van Rowan Mersh. Je zou denken dat dit een zacht verenkleed is, maar zijn werk is opgebouwd uit duizenden schelpen die hard en scherp zijn.
Wanneer je het in de kunst hebt over de textuur van een kunstwerk zal het voornamelijk gaan over sculpturen, toegepaste vormgevingsobjecten en architectuur.
Heel soms is de textuur belangrijk in de schilderkunst wanneer een kunstenaar bijvoorbeeld heel pasteus (dik en dekkend) heeft geschilderd of andere materialen aan de verf heeft toegevoegd.
Heel soms is de textuur belangrijk in de schilderkunst wanneer een kunstenaar bijvoorbeeld heel pasteus (dik en dekkend) heeft geschilderd of andere materialen aan de verf heeft toegevoegd.
Een STRUCTUUR is een herhaling van vormen, lijnen of stippen. Het is belangrijk dat je vorm en structuur goed uit elkaar houdt. Alleen twee vormen maken nog geen structuur.
Hieronder zie je een pauw. De pauw heeft een vorm. Op het plaatje ernaast zie je de structuur van zijn staart. De vorm van de pauwenogen (de veren) worden vele malen herhaalt en maakt zo een structuur. Op het laatste plaatje zie je een pauwenoog (veer) in detail. Je ziet hoe deze bestaat uit heel veel kleine dunne veertjes.
Hieronder zie je een pauw. De pauw heeft een vorm. Op het plaatje ernaast zie je de structuur van zijn staart. De vorm van de pauwenogen (de veren) worden vele malen herhaalt en maakt zo een structuur. Op het laatste plaatje zie je een pauwenoog (veer) in detail. Je ziet hoe deze bestaat uit heel veel kleine dunne veertjes.
Je maakt in structuur onderscheid tussen twee soorten; namelijk de ORGANISCHE en de GEOMETRISCHE structuren.
Organische structuren bestaat uit natuurlijke en vloeiende patronen. De structuur is willekeurig.
|
Geometrische structuren bestaan uit wiskundige en strakke patronen. Je kunt ze maken met een liniaal of passer.
|