KLEURCONTRASTEN
Bij een kleurcontrast kunnen kleuren die naast elkaar gebruikt worden elkaar versterken of verzwakken. Hieronder zie je een aantal kleurcontrasten.
Het gebruik van warme kleuren (roodtinten) naast koude kleuren (blauwtinten) geeft een warm/ koud contrast. Warme kleuren springen eruit terwijl de koudere kleuren verder weg lijken. Met warm/koude kleuren kan diepte worden gesuggereerd.
Geel is geen warme en geen koude kleur en paars wordt warmer als er meer rood in zit en kouder als er meer blauw in zit. |
Kleuren beïnvloeden elkaar als je ze gelijktijdig ziet. Dit noem je simultaan kleurgebruik. Zo kan een kleur, door een andere kleur ernaast, zo sterk worden beïnvloed dat je deze als een andere kleur ziet.
|
In de afbeelding hierboven lijkt het grijze blokje telkens een andere tint te hebben, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is.
|
BOVENBOUW
Wanneer een kunstenaar kleuren vlak naast elkaar zet mengen je ogen de keuren samen. Dit noem je optische kleurmenging.
In het pointillisme (post-impressionisme) deden de schilders dit door allemaal kleine stipjes door elkaar te zetten. Gele en blauwe stipjes mengen optisch vanaf een afstand tot groen. Dit zie je duidelijk in het schilderij van Seurat (rechts) en de details van het schilderij eronder. |