KLEUR
Alles om ons heen heeft KLEUR. Gelukkig maar, anders zou alles heel erg saai zijn. Onze taal en de dagelijkse omgeving zijn er vol van. Om kleur te laten ontstaan is er licht nodig. Met je ogen kan je miljoenen kleuren onderscheiden. Al die kleuren kunnen we in drie groepen verdelen: primaire, secundaire en tertiaire kleuren.
In de Kleurencirkel hiernaast zie je de primaire kleuren en de secundaire kleuren. De KLEURCONTRASTEN vind je op de subpagina. |
Rembrandt van Rijn 1669 'Zelfportret',
|
De tertiaire kleuren zijn de meest onzuivere kleuren, want ze bestaan uit een menging van alle drie de primaire kleuren. Vaak zijn ze bruinachtig. Of het zijn kleuren die gemengd zijn met wit of zwart, waardoor het lichte/hele donkere- en grijze kleuren worden.
|
Wanneer de kleur symbool staat voor een bepaald begrip noem je dit symbolisch kleurgebruik. De kleuren hebben dan een diepere betekenis, deze verschilt per cultuur. Zo staat de kleur rood in de westerse cultuur voor bijvoorbeeld liefde, warmte en gevaar. De kleur wit voor maagdelijkheid, zuiverheid en waarheid.
Hiernaast boven zie je 'De levensdans' van Edvard Munch. Het schilderij gaat over jaloezie en je ziet hier de drie fasen van de vrouw; De onschuldige vrouw in het wit, de verleidende dansende vrouw in het rood en de gekwelde vrouw in het zwart. De kleuren versterken de symboliek van de vrouwen. In 'De Zonde' van Franz von Stuck zie je hoe de slang symbolisch is afgebeeld als een donkere duistere vrouw. |
Edvard Munch 1899-1900 'De levensdans'
Sandro Botticelli 1482 'La Primavera' (de lente)
|
Franz von Stuck 1893 De Zonde
|
De impressionistische schilders waren afhankelijk van het buitenlicht. De kunstenaar is met zijn schildersezel en verftubes naar buiten gegaan om daar te schilderen.
Het licht buiten veranderde zo snel, dat de kunstenaars snel werkten om het beeld vast te leggen. Zij maakten een IMPRESSIE (indruk) van het moment. Deze werken maken gebruik van impressionistisch kleurgebruik. Hiernaast zie je drie schilderijen waarin Edouart Monet de kathedraal van Rouen heeft geschilderd. Hij heeft er meer dan 30 gemaakt op verschillende momenten van de dag en tijdens verschillende seizoenen. In Monet zijn schilderij van de vijver kan je duidelijk zien dat de schilder snel heeft moeten schilderen. De verfstroken zijn snel en grof. |
James Abbott McNeill Whistler 1874 'The falling Rocket'.
|
Bij kleurperspectief wordt gebruik gemaakt van typische kenmerken van kleuren om ruimte/diepte te maken. Rood is opdringerig, dus lijkt naar voren te springen. Blauw is weer veel zachter en gaat meer naar de achtergrond. Vaak gaat het hier om een kleurcontrast zoals warm-koud of complementair.
Een andere manier waarop kleurperspectief wordt gebruikt is het atmosferisch perspectief. |
Zuivere en Onzuivere kleuren heeft te maken met of een kleur niet of wel gemengd is. Zuivere kleuren zijn ongemengde kleuren. De primaire en secundaire kleuren worden zuivere kleuren genoemd.
Wanneer kleuren gemengd worden met zwart, wit of grijs (de niet-kleuren) dan noem je ze onzuiver omdat ze er minder fel en knallend uit zien. |